De buffel vs. de zwanen
Organisatiedeskundige James Belasco (1936) geeft in zijn boek ‘The flight of the buffalo’ (1993) op een treffende wijze weer wat er binnen organisaties kan gebeuren wanneer medewerkers klakkeloos achter een leider aan lopen. We demonstreren dit aan de hand van een voorbeeld op een willekeurige school
Oude indianen hadden in de gaten dat een kudde van duizenden buffels één leider volgt. Als de indianen vlees nodig hadden, joegen ze de leider over de rand van de klif. De overige buffels volgden trouw en vielen te pletter in het ravijn.
De parallel met een school is snel gelegd. Op een school wordt een onderwijsvernieuwing ingevoerd, maar docenten zien al snel dat de veranderingen ten koste gaan van de leerlingen. Ze zijn echter loyaal aan hun leider, volgen hem en stellen geen kritische vragen over de implementatie van de nieuwe onderwijsvorm. “Evalueren? Daar doen we niet aan.”
Belasco wijst er ook op dat een kudde buffels soms geen leider heeft. De kudde loopt dan doelloos rond, wachtend op ‘instructies’. Ook daarvan is sprake op de school uit ons voorbeeld. Door een gebrek aan leiding gebeurde er niets – docenten wachtten op instructies – met als gevolg dat de verbondenheid met de school verdween.
Vervolgens introduceert Belasco ‘The flock of interdependant geese’. Om te overleven trekken ganzen van plek A naar plek B. Ganzen wachten niet op de leider, maar vertrekken wanneer het tijd is om te gaan. Ze weten allemaal in welke richting ze moeten gaan en vliegen afwisselend op kop, waardoor ze als groep twee keer zo snel vliegen als een individuele gans. Wanneer een gans ziek is en de formatie moet verlaten, wordt hij begeleidt door enkele ganzen die bij hem blijven. Als de zieke gans hersteld is, vertrekken ze weer.
Belasco stelt dat de buffels in de organisatie moeten leren vliegen als ganzen. Maar hoe leer je een buffel nu vliegen als dat evolutionair gezien niet mogelijk is. Adema organisatieadvies & -ontwikkeling bewandelt graag met u het pad om de buffels in uw organisatie te leren vliegen als ganzen.
De gladde trap
De laatste warme dag van de zomervakantie. In de tuin is Lieve, mijn dochtertje van drie jaar, aan het spelen met haar nichtje in het opblaasbadje. Ze hebben veel plezier en zijn kletsnat. Na een tijdje hebben ze genoeg van het opblaasbadje en besluiten ze over een speelbrug van foam te lopen. Wanneer ze hier overheen lopen, wordt de trap kletsnat en daardoor glad. Bang om uit te glijden, vraagt Lieve een handdoek aan haar tante en maakt daar de trap mee droog. Als ze daarmee klaar is, hervatten ze hun spel en lopen opnieuw met hun natte lijfjes over de speelbrug. Met hetzelfde resultaat: de trap wordt spekglad. Dat proces herhaalt zich een paar keer tot de kleuters besluiten dat ze de gladde trap maar beter niet meer gebruiken …
Wij volwassenen zien in dat Lieve niet alleen de trap, maar ook zichzelf en haar nichtje droog had moeten maken. Laten we deze observatie vertalen naar een organisatie. Binnen een organisatie is vaak sprake van het continue blussen van brandjes, ofwel het droogmaken van de trap. Het onderliggende probleem, het droogmaken van hun eigen lijf, wordt achterwege gelaten. Je kunt je afvragen waarom organisaties vaak alleen de trap droogmaken.
Adema organisatieadvies & ontwikkeling gaat graag samen met u op zoek naar het onderliggende probleem.
De 5R'en in een organisatie
Als docent economie hanteerde ik in mijn lessen het principe van de 5R’en: Rust, Regelmaat, Reinheid, Respect en Resultaat. Tijdens de les moest er in mijn lokaal en in de omgeving van mijn lokaal zoveel mogelijk Rust zijn. Door Regelmaat aan te brengen in de lessen wisten de leerlingen en ikzelf waar we aan toe waren tijdens de les. Het lokaal moest netjes zijn, het bord schoon, tafels gestructureerd door het lokaal, stoelen netjes aangeschoven en het bureau opgeruimd. Reinheid. Voordat de leerlingen het lokaal binnen kwamen, begroette ik hen, maakte hier en daar een dolletje. Of ze me nu aanspraken met jij of u, dat was me om het even. De belangrijkste stelregel was: ik behandel jullie met Respect, jullie mij ook. Door deze vier R’en kon ik mijn lessen prettig uitvoeren. Het Resultaat? Mijn leerlingen presteerden op het juiste niveau of stegen boven zichzelf uit.
In een verleden was ik ooit werkzaam op een school waar het management erop stond de dat personeelskamer de lokalen, de aula en de gangen netjes waren. Was dat niet het geval dan werd je daarop aangesproken. De school behoorde in die tijd tot de top van Nederland, aldus de Elsevier. Ik zeg niet dat dit alleen aan de 5R’en te danken was, maar ze hebben er wel in grote mate aan bijgedragen. Ook uw organisatie kan deze principes gebruiken!
Het kan echter ook anders. Laatst sprak ik een trainer die net als ik werkt voor een school. We deelden een overtuiging: er was geen rust in die organisatie. Medewerkers wisten niet waar ze aan toe waren, er was veel onduidelijkheid over hun toekomst. Er was veel lesuitval en voor de leerling weinig regelmaat. Het was ons bovendien beiden opgevallen dat de tafels beklad waren en soms zelfs bekrast waren met een passer. Aan de muren hingen afgescheurde posters, de aula lag bezaaid met afval, overal lagen pakjes drinken en boterhamzakjes, tafels en stoelen stonden schots en scheef. Reinheid? Beiden hadden we gemerkt dat er bij binnenkomst geen receptionist aanwezig was. Dat heeft misschien niet direct met respect te maken, het is echter wel een essentieel detail. De resultaten van de school? U kunt het vast raden…
Mijn advies: kijk eens naar uw organisatie. Hoe is het gesteld met de Rust, de Reinheid, de Regelmaat, het Respect en het Resultaat? Adema organisatieadvies & -ontwikkeling komt graag bij u langs om ze samen met u te onderzoeken.